Moeder-taal project uitgebreid

Moeder-Taal in het Geboorte-Informatiecentrum in Geel, in samenwerking met het Centrum voor Basiseducatie Kempen

Het project Moeder-Taal is een aanbod voor anderstalige jonge moeders, die nog geen kennis hebben van het Nederlands en die laaggeletterd zijn. Omdat zij door de zorg voor hun jonge kinderen niet kunnen deelnemen aan de gewone lessen Nederlands, kunnen zij in dit project Nederlands leren terwijl er kinderopvang is voorzien ter plaatse.

Deze vrouwen hebben geen toegang tot informatie en zorg die in het Nederlands wordt aangeboden, zowel voor henzelf als voor hun kinderen. Daarom werkt er in het project een zelfstandige vroedvrouw mee die vragen i.v.m. moeder- en kindzorg kan beantwoorden en informatie kan geven. Op basis van deze vragen en haar observaties, organiseert zij informatiesessies en themagesprekken over zorg en opvoeding, waarbij de vrouwen hun ervaringen kunnen uitwisselen en ook van elkaar kunnen leren.

Het feit dat de cursisten samen met hun jonge kinderen op de lesplaats aanwezig zijn, wordt ook aangegrepen om te werken aan taalactivering en voorschoolse vaardigheden ter preventie van laaggeletterdheid en om de leerkansen van de kinderen te vergroten. Het is niet de bedoeling om de kinderen Nederlands te leren, al is het natuurlijk mooi meegenomen dat de peuters via het project regelmatig Nederlands horen voor ze naar de kleuterschool gaan. Wél willen we er voor zorgen dat ze een voldoende rijk en gevarieerd taalaanbod krijgen in de moedertaal van hun ouders, om met deze stevige basis later gemakkelijker (Nederlands) te kunnen leren. Anderstalige ouders krijgen nog dikwijls de onterechte opmerking dat ze met hun kinderen eerder Nederlands dan hun moedertaal zouden moeten spreken. In het project worden de ouders correct geïnformeerd over de waarde van hun moedertaal en meertalig opvoeden. Samen met de moeders worden allerlei talige activiteiten gedaan, zoals liedjes zingen en samen in kinderboeken kijken.

Een ander doel van het project is de vrouwen uit hun isolement halen en hen de kans bieden een sociaal netwerk op te bouwen. Dit wordt nog versterkt door uitstappen en bezoeken aan allerlei diensten waardoor de vrouwen een beetje meer geïntegreerd geraken in onze maatschappij. Het is daarnaast ook mooi meegenomen dat de vrouwen en hun kinderen in het project Moeder-Taal op een zachte manier kunnen wennen aan kinderopvang.

Concreet

Elke week op woensdag is de moedergroep. De moeders komen toe en installeren zich op hun gemak. Er wordt ruim tijd voorzien voor een babbeltje en een kopje thee. De kinderen beginnen te spelen met elkaar. Dit informele moment is essentieel voor het goede groepsgevoel en het vertrouwen dat er is tussen deelnemers en begeleiders. Doordat er tijd genomen wordt, kunnen dingen die eerder besproken werden op dit moment ‘toegepast’ worden. Zo is dit de ideale gelegenheid voor de begeleiders om de kinderen (en de moeders) fruit aan te bieden, of eens een liedje te zingen samen, of een moeder een prentenboek aan te reiken om met haar kind te bekijken.

Er wordt regelmatig tijd gemaakt voor een korte informatiesessie. De vroedvrouw heeft die samen met de lesgever Nederlands voorbereid, zodat de inhoud klopt en op een eenvoudige manier wordt gebracht. Doordat de vrouwen nog maar heel weinig Nederlands begrijpen, verloopt de informatieoverdracht niet altijd even gemakkelijk. Er wordt veel gebruik gemaakt van afbeeldingen en concrete voorwerpen, dikwijls ook van handen en voeten. Veel dingen worden voorgedaan of samen uitgeprobeerd. Meestal vertalen de vrouwen voor elkaar, waarbij een mooi samenspel van moedertalen ontstaat.

Nederlandse les op maat

De lessen Nederlands in Moeder-Taal zijn op beginnersniveau en gericht op cursisten die onvoldoende kunnen lezen en schrijven in ons alfabet. De doelen van het leerplan voor de Basiseducatie worden zoveel mogelijk geconcretiseerd in de context van jong moederschap. De cursisten kunnen het geleerde direct toepassen, waardoor ze zich heel betrokken blijven voelen bij de les. Een voorbeeld: Waar de lessen rond ‘instructies begrijpen’ in een reguliere cursus alfa start van Basiseducatie meestal handelen over instructies in de klas, werkten we in Moeder-Taal met instructies in het consultatiebureau van Kind en Gezin. De cursisten oefenden in het klaslokaal met een pop die ze achtereenvolgens oppakten, uitkleedden, op de weegschaal legden en weer aankleedden, op vraag van de lesgever. We bekeken ook het opvolgboekje van Kind en Gezin en zo geraakten de cursisten er wegwijs in. Na enkele weken vertelde een cursiste dat het haar gelukt was om zonder haar man met haar baby op consultatie te gaan.

Ontmoeting rond verzorging en opvoeding

Sommige anderstalige moeders hebben weinig contact buitenshuis en hebben minder kansen om met andere moeders te praten over de zorg voor hun baby’s. Moeder-Taal haalt moeders en kinderen letterlijk uit hun isolement thuis. De behoefte aan ontmoeting is bij deze anderstalige moeders heel groot. In het project hebben de vrouwen de kans om andere jonge moeders te leren kennen en ervaringen uit te wisselen. Ze gaan bij elkaar op bezoek of passen op elkaars kinderen. We merken dat ze hier veel deugd hebben. De vrouwen worden opener en zelfzekerder en met het beetje Nederlands dat ze leerden, zoeken ze nu ook meer contact met Belgische mensen, bv. met andere moeders in de speeltuin.

Ook de kinderen leren wennen aan andere volwassenen en hebben sociale interactie met andere kinderen.

Integratie

Naast het toegankelijker maken van informatie voor deze cursisten, probeert Moeder-Taal ook de moeders (dichter) bij de juiste diensten te brengen en op die manier de integratie te bevorderen. In de eerste plaats zijn dat het Geboorte-Informatiecentrum en Kind en Gezin. Maar ook andere diensten die nuttig kunnen zijn, komen aan bod, bv. Dienst Samenlevingsopbouw, kinderopvang, bibliotheek, kleuterschool, enz.

Naar aanleiding van de verzuchting van een cursiste dat kinderkleding duur is, gingen we met de hele groep naar de plaatselijke kringwinkel. Verschillende cursisten zijn er daarna zelfstandig naartoe geweest. Een ander thema dat veel aandacht heeft gekregen is de kinderopvang, omdat de cursisten volgend werkjaar doorstromen naar het reguliere aanbod NT2 waarbij ze hun kinderen niet zullen kunnen meebrengen naar de les. Hiervoor brachten we een bezoek aan een kinderdagverblijf in de buurt. Daarnaast kwam een gezinsondersteuner van Kind en Gezin op bezoek om met de cursisten, deels in hun moedertaal, de emotionele aspecten van kinderopvang te bespreken. Als gevolg van een bezoek aan de Dienst Samenlevingsopbouw zijn de meeste deelneemsters gestart met de fietslessen die daar worden georganiseerd. Ook daar is (noodgedwongen) kinderopvang voorzien, zodat deze vrouwen toch ook konden deelnemen en binnenkort nog onafhankelijker zijn voor hun contacten buitenshuis.

Dit project is een samenwerking van het Centrum voor Basiseducatie Kempen met een aantal partners uit Geel: het Geboorte-Informatiecentrum, Kind en Gezin, de Dienst Diversiteit, de Dienst Samenlevingsopbouw en het Huis van de Dialoog ’t Origineel.

Op dit moment wordt de Moeder-Taal groep binnen het Geboortecentrum niet meer gesubsidiëerd omdat nieuwere projecten zich aandienden. De moedergroep is gebaseerd op vrijwilligerswerk van Myriam en de vroedvrouwen. 
In het verleden werd Moeder-Taal gefinancierd door het Fonds van bpost voor alfabetisering, beheerd door de Koning Boudewijnstichting en door de Vlaamse overheid in het kader van de bestrijding van kinderarmoede. Daarnaast kreeg het project ook steun van de stad Geel en van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg Kempen (SEL Kempen vzw). Financiering was tot juni 2014 

Voldoende goede vrijwilligers vinden voor de kinderopvang is een grote uitdaging. Wie zin heeft gekregen om mee te werken aan dit project, kan altijd contact opnemen met myriam.marien@basiseducatiekempen.be

 

Reacties zijn gesloten.